Gisteren was de eerste dag dat we spijkerbroek, sokken en een vest aangedaan hebben. Na de onweersbui komt de zon weer terug en we lopen nog een rondje, er hangt een plaquette over een film die hier opgenomen is door Orson Welles maar dat is héél lang geleden een gaat over Engeland. Daarna naar de bar gegaan en een biertje met Torreznos de Soria genomen. Edwin heeft het recept bestudeerd op YouTube. Dit spek vindt hij heerlijk, gaat hij thuis ook proberen te maken.
Eindelijk kan ik de naam van het dorpje schrijven zonder te moeten spieken en nu gaan we al weer weg. Het is druk in het dorp, veel weekendgasten uit Madrid, dat is nog geen anderhalf uur rijden hiervandaan. Na het ontbijt rijden we over kleine binnendoorweggetjes langs stoppelvelden en uitgebloeide zonnebloemen naar Almazán, een prachtig oud stadje, waar we een koffiestop houden. Daarna via grotere doorgaande wegen naar Molina de Aragon, waar we al een paar keer langsgereden zijn maar nog nooit gestopt. Net buiten het dorp, in een oude watermolen, zit een landelijk hotelletje. Het kasteel zien we bovenop de heuvel liggen. Het is nooit bewoond geweest, het was alleen voor de verdediging en bestaat uit muren en torens. Er zitten wel 23 restaurants in het dorp, zegt de jonge man bij de receptie. We zoeken er op goed geluk eentje uit en genieten van een prima zondagse lunch. Edwin heeft asperges vooraf met truffel erover, onderweg zien we regelmatig nieuw aangeplante boomgaarden van eiken die zijn behandeld met de sporen van truffels. Qua paddenstoelen is er nog niets te beleven, het heeft hier al heel lang niet geregend en alles is gortdroog.
Het hotel is lekker rustig. Hier blijven we twee nachten en dan rijden we dinsdagochtend in een uur of vier weer naar huis.














