Om tien uur kunnen we de racefiets ophalen bij Dani de fietsenmaker. Triomfantelijk laat hij ziet hoeveel rotzooi er uit de banden kwam en voor 17 euro zijn beide wielen weer schoon, bijgevuld en stabiel. Edwin helemaal blij, en terug bij het hotel fietst hij meteen de klim op die we gisteren met de auto gedaan hebben. Hij is mooi op tijd terug voor de lunch: eindelijk kunnen we een menu del dia uitproberen in de Venta de Larrion, op een paar kilometer van het hotel. Het is er sfeervol en gezellig druk en het eten is prima, echt een restaurant naar ons hart. Daarna weer naar Estella-Lizarra, Edwin heeft een vergeten kabeltje besteld en ik ben het karige abonnement van de gemeente voor mijn mobieltje zo zat (geen roaming, vaak geen dekking en regelmatig geen data) dat ik bij de Movistar een e-sim bijkoop met een abonnement. Biertje, boodschapje, weer naar het hotel, poes aaien en snoepjes geven en dan weer wat lezen, schrijven, internetten en foto’s bewerken in de zitkamer. Het is lekker rustig in het hotel, er komen wel iedere dag wat nieuwe gasten maar de meeste blijven maar 1 nachtje.
Het ontbijt in Estella – Lizarran (plaatsen hebben een dubbele naam hier, Spaans en Baskisch) had ik me voorgesteld op een gezellig pleintje, bij de oude brug, met uitzicht op langslopende pelgrims die de route naar Santiago de Compostela lopen. Maar parkeren is lastig en we verdagen in een bar op het industriegebied, waar ze overigens prima koffie hebben en een lekker stukje stokbrood met tortilla. Het is ruim 80 kilometer rijden naar de bestemming van vandaag: Parque Natural Bardenas Reales de Navarra. (Wikipedia: De Bardenas Reales is een halfwoestijngebied of badlands van zo’n 42.000 hectare in het zuidoosten van Navarra. De bodems bestaan uit klei, krijt en zandsteen en zijn door erosie en wind geërodeerd, waardoor verrassende vormen, canyons, plateaus, tabelstructuren en geïsoleerde heuvels, cabezos genaamd, ontstaan. )
Eerst koffie met wat lekkers van de bakker in Arguedas. Bij het bezoekers centrum krijgen we een kaart met duidelijke uitleg, een rondje onverhard van 34 kilometer rijden met de auto duurt ongeveer 2 uur, zegt de vriendelijke informatrice. Ze heeft gelijk, om de haverklap stoppen we om wéér een mooie foto te maken. Wat een prachtig landschap, het lijkt wel of we in de USA rijden. Het is redelijk druk, met campers en fietsers. In het voorjaar, als de landbouwgewassen net opkomen moet het hier helemaal schitterend kleurrijk zijn. Nu is de tarwe al geoogst en dat heeft ook wel wat, qua kleur. We zijn precies op tijd klaar voor de lunch, in Agueras nemen we een zondags menu. 80 km terug naar het hotel, langs stoppelvelden en wijngaarden, en de dag is weer om.
Edwin moet fietsen en maakt een route vanaf Estella. Parkeren is erg lastig in het stadje maar op een strategisch knooppunt, bij de benzinepomp, is wel plek en kunnen we ook ontbijten. Hij fietst omhoog, ik loop naar beneden, het stadje in. Estella Lizarra is een bijzondere mengeling van oud en nieuwe, van rust en drukte. Het ligt aan de pelgrimsroute naar Santiago, dus er zijn veel kerken, hostals, schoenmakers en pelgrims. In de winkelstraten veel mooie oude pandjes waar al heel lang geen activiteiten meer plaatsvinden. Bij een luxe bakkerij neem ik een citroenmeringue gebakje bij de koffie terwijl ik de plattegrond bestudeer. De bibliotheek en de San Mateo kerk kies ik uit. De oude brug over het riviertje verbindt het oude gedeelte van de stad met het centrum. Het claustro van de kerk stamt uit de 12e eeuw ensayo een oase van rust moeten zijn, ware het niet dat er een drukke weg vlak boven langs loopt. De meeste herbergen gaan om 12 uur open, een groep Japannertjes komt stipt op tijd aan en gaat in de rij staan. Fietsers, wandelaars en zonderlingen, er komt van alles langs hier, van allerlei nationaliteiten. Bijna tegelijkertijd zijn we weer terug bij de auto, om daarna te lunchen in een restaurant vlakbij. Tegen vijf uur weer bij het hotel, waar we nog een poosje heerlijk op het terras in het zonnetje zitten.
Edwin moet fietsen, hij heeft een route uitgezet en ik kan op de iPhone zien waar hij is. Lopend door het dorp ontdek ik waar de hotel-parkeerplaats-bedelpoes woont, gelukkig heeft hij een thuis en hij is ook niet de enige poes die daar woont maar de rest is wat schuw. Het dorp staat vol vijgenbomen en walnotenbomen, op ieder wandelingetje kunnen we handenvol plukken en rapen. Op de hotelkamer is de WiFi wat slapjes maar in de gezamenlijke zitkamer gaat het een stuk beter. Het ontbijt is wat beperkt maar de ruimte is prachtig. In het dorp is verder niks, vakantiehuizen die dicht zijn, geen bar, geen winkeltje. Tussen de middag is Edwin weer terug, en we rijden een paar kilometer naar het dichtstbijzijnde dorp waar wél een restaurant is. In de zaal binnen wordt een bruiloft gevierd, wij zitten buiten met uitzicht op alle langslopende gasten met stropdas of hoge hakken. Na de prima lunch is de middag al weer om, in de loop van de avond nemen we nog een crackertje kaas op de kamer (er is een koelkastje). Het drinkwater uit de kraan is trouwens ook erg goed. We gaan vroeg naar bed hoor!
De zon schijnt, we gaan de Romeinse opgraving Bílbilis bekijken maar eerst ontbijten. De zaal is prachtig, met oude bogen uit de tijd dat dit nog een klooster was. Prima ontbeten en 5 kilometer gereden naar de opgraving. Er is niet zo veel overeind gebleven en het bezoekerscentrum is dicht, maar we maken een lekkere wandeling langs de resten van het theater en het forum. Dan rijden we door naar de volgende bestemming. Door een fout in de bediening van de navigatie gaat het niet helemaal goed, gelukkig heb ik ook nog een kaart bij me. Die is wel uit 1996 dus een nieuwe weg komt als een verrassing maar we weten weer op de goede route te komen. We dachten om kwart voor twee eigenlijk nog geen honger te hebben maar als we een Meson restaurant tegen komen dat precies ons type restaurant is, stoppen we toch en de lunch smaakt ons prima. Onderweg veel appelboomgaarden, nog meer appelboomgaarden en af en toe een perenboomgaard. Dan komen we weer in druivengebied, met veel Bodegas. We komen door een dorp waar de feesten in volle gang zijn, de mensen dragen de Baskische kleuren: witte kleding met een rode zakdoek. En de tribunes staan opgesteld: hier is stiertjes in de straten nog populairder dan bij ons, een belangrijke traditie. Om kwart voor vijf komen we aan bij het hotel. De ontvangst is uitstekend, ik heb de deur van de auto amper open of ik hoor al een poes mauwen. Ik denk eerst dat het verbeelding is, maar een witte kat met een blauw en een groen oog komt meteen op ons af, kopjes geven. Hij boft, er zitten toevallig nog wat poezenbrokjes in mijn tas. Dan komt er een andere auto aan bij het hotel en hij gaat meteen zijn geluk daar proberen. Het hotel ligt prachtig en de kamer is prima. Als we geïnstalleerd zijn lopen we een rondje door het dorpje. Veel huizen zijn dicht, die worden blijkbaar voornamelijk voor vakanties en weekenden gebruikt. Vijgenbomen en walnotenbomen staan er in overvloed en veel vruchten liggen op straat. Verder is er niet veel te krijgen in het dorp, er is geen bar, geen winkeltje, niks. Dat wisten we vantevoren maar we geloofden het niet écht. Edwin heeft een klein waterkokertje aangeschaft dus we kunnen nescafé maken op de kamer en ons avondeten bestaat uit crackertjes met kaas en worst en een appel, uit de voorraadtas. En dat terwijl Henk en Simone jaloersmakende foto’s sturen van prachtige tapas en schitterende wijnen vanuit Ávila…. Ik had op mijn verjaardag eigenlijk wel een lekkere gin-tonic willen drinken in een leuke bar, of op zijn minst een biertje, maar dat zit er niet in. Of we moeten weer de auto pakken maar daar hebben we geen zin in. Het is een kilometer of acht naar Lizarra Estella, het is een smal bochtig weggetje waar ze ook nog aan het werk zijn. WiFi op de kamer is vrij hopeloos, in de gezamenlijke zitkamer gaat het een stuk beter. Ma gebeld vanwege mijn verjaardag. We zijn moe, om tien uur naar bed.