De kamer is niet groot maar de ontbijtzaal is gezellig en rondom het gebouw staan allerlei oude landbouw machines en andere leuke decoraties. Het water kabbelt onder het gebouw door, er heerst een sfeervolle rust. Na het ontbijt, waarbij een fantastisch lekkere tomaat uit de eigen moestuin geserveerd wordt, is het een klein beetje gaan regenen. Edwin moet fietsen maar na uitgebreid diverse weerapp te hebben bestudeerd besluit hij dat uit te stellen tot vanmiddag. Dus bekijken we eerst samen Molina de Aragon. Koffie op een pleintje, dan klaart het wat op en lopen we naar het kasteel (nou ja, het is meer een fort, muren en wat torens, meer is het niet maar ze zijn prachtig bewaard gebleven). Daarna even langs de Touristinfo voor een plattegrond, we lopen nog een rondje, doen wat boodschappen, en geven schuwe poezen wat brokjes. Er zit een mooie jonge Siamees bij. Molina de Aragon heeft een paar prachtige straatjes en oude panden. De oude brug kent Edwin al, hij is hier in augustus 2013 langs gereden tijdens zijn fietsvakantie. Voor de lunch gaan we naar het Casino, de ouderensoos met een openbaar restaurant. Het heeft een flinke eetzaal, zes obers en zeven man in de keuken. Het is gezellig druk, de keuze is prima en het gaat erg vlot. Hier genieten we net zo van als de sjieke lunch van gisteren. Inmiddels is de zon weer volop aan het schijnen dus Edwin kan zijn rondje gaan fietsen.
Verslag van de fietstocht, van Edwin´s Strava: Een “neef Paul Saakes “avontuur, dacht ik steeds: omdat het vanochtend iets regende pas na het menu del dia vertrokken voor een door de Garmin gemaakte tocht van 85 kilometer. Wat een prachtig gebied, stille wegen en weggetjes met schaapskudden en edelherten. Helaas stuurde de navigatie me over een onverharde weg. Eerst nog prachtige (Nederlandse) gravel maar halverwege ook een paar kilometer met stenen waar je eigenlijk brede banden voor nodig hebt. Zeker 14 kilometer lang was deze weg en dat gaat minder snel terwijl de zon wel snel zakte. Veel herten heb ik gezien, wel vijf keer staken er een aantal de weg over. Ik zou precies op tijd weer terug zijn toen ik een hartritmestoring kreeg (zo rond de 220) dat was erg lang geleden en deze kreeg ik niet over. Dus nog wel naar het asfalt gefietst, Cokky gebeld die me is komen halen. Na ongeveer een halfuur kreeg ik mijn hart wel weer in het juiste ritme. De zon was al onder toen Cokky er was, inmiddels wel bitter koud geworden. Terug lekker lang in een warm bad bijgekomen. Dat was de laatste vakantiedag. Morgen weer terug naar Xaló.
Gisteren was de eerste dag dat we spijkerbroek, sokken en een vest aangedaan hebben. Na de onweersbui komt de zon weer terug en we lopen nog een rondje, er hangt een plaquette over een film die hier opgenomen is door Orson Welles maar dat is héél lang geleden een gaat over Engeland. Daarna naar de bar gegaan en een biertje met Torreznos de Soria genomen. Edwin heeft het recept bestudeerd op YouTube. Dit spek vindt hij heerlijk, gaat hij thuis ook proberen te maken.
Eindelijk kan ik de naam van het dorpje schrijven zonder te moeten spieken en nu gaan we al weer weg. Het is druk in het dorp, veel weekendgasten uit Madrid, dat is nog geen anderhalf uur rijden hiervandaan. Na het ontbijt rijden we over kleine binnendoorweggetjes langs stoppelvelden en uitgebloeide zonnebloemen naar Almazán, een prachtig oud stadje, waar we een koffiestop houden. Daarna via grotere doorgaande wegen naar Molina de Aragon, waar we al een paar keer langsgereden zijn maar nog nooit gestopt. Net buiten het dorp, in een oude watermolen, zit een landelijk hotelletje. Het kasteel zien we bovenop de heuvel liggen. Het is nooit bewoond geweest, het was alleen voor de verdediging en bestaat uit muren en torens. Er zitten wel 23 restaurants in het dorp, zegt de jonge man bij de receptie. We zoeken er op goed geluk eentje uit en genieten van een prima zondagse lunch. Edwin heeft asperges vooraf met truffel erover, onderweg zien we regelmatig nieuw aangeplante boomgaarden van eiken die zijn behandeld met de sporen van truffels. Qua paddenstoelen is er nog niets te beleven, het heeft hier al heel lang niet geregend en alles is gortdroog.
Het hotel is lekker rustig. Hier blijven we twee nachten en dan rijden we dinsdagochtend in een uur of vier weer naar huis.
In de ontbijtkamer staat één grote tafel en we sluiten aan bij de anderen, die voornamelijk uit Madrid komen. Al gauw komt het gesprek op honden en katten en we zien een videootje van een leuke jonge rode aanloopkater, die zijn oppas aan onze tafelgenoot gestuurd heeft. Wij blijven natuurlijk niet achter en delen een foto die ónze oppas gestuurd heeft: alle vijf op een rijtje aan het eten. Na het ontbijt bekijken we eerst de resten van het fort en de uitkijktoren, dan gaan we een stukje lopen, nadat we eerst een tafeltje gereserveerd hebben voor de lunch, het is hier druk in de weekenden. Edwin heeft torreznos de Soria ontdekt, spek op een speciale manier gebakken. Het eerste deel van de wandeling (gevonden op Wikipedia, nog geen 9 kilometer ) gaat prima, over onverharde weggetjes langs landerijen. In de verte maait een combine de uitgebloeide zonnebloemen af, goed bezig mannen: zonnebloemolie uit Spanje willen we, nu die uit Oekraïne onbetaalbaar is geworden. Het tweede deel van de route is wat uitdagender, over de droge rivierbedding en over wildpaadjes, dat loopt wat minder comfortabel. Wel fijn dat de navigatie blijft werken ( er is op sommige plaatsen geen dekking) dus we weten dat we op de route zitten en dat we in het dorp uitkomen, anders zou mijn humeur toch wel aanzienlijk gedaald zijn. Het dorp komt maar niet in zicht, en om de volgende bocht ligt het ook niet, totdat uiteindelijk we er opeens vlak bij zijn en we om vijf voor twee plaatsnemen voor een biertje en een welverdiende lunch. De torrezno is fantastisch en de rest ook, als we moe maar voldaan weer op de kamer zijn, barst eindelijk de beloofde onweersbui los. Perfecte timing! Enige nadeel van het dorp: teveel fotogenieke plekjes, we kunnen niet stoppen met foto’s maken…
Tijd om te verkassen, we gaan langzaamaan weer richting huis. Edwin fietst eerst nog even de klim op, en om elf uur geven we de poes nog wat snoepjes en rijden weg uit Galdeano. Halverwege stoppen we voor benzine, koffie met wat lekkers en Edwin wast de auto. De route gaat eerst langs uitgebloeide zonnebloemvelden, tarwestoppels, bonenstaken en aspergekwekerijen. Na Soria rijden we op een prachtige kronkelige weg, door een beboste kloof met rode rotswanden. In Garray willen we eigenlijk de Romeinse opgraving bekijken maar die is dicht tussen de middag dus die gaat op de lijst voor de volgende keer. We vinden een leuk restaurantje voor de lunch, heel ongedwongen en goed, 12 euro voor een menuutje. Daarna is het nog maar een klein stukje rijden naar het hotel maar omdat Kaarten nog niet in de gaten heeft dat er een nieuwe snelweg ligt rijden we een half uurtje om. Hoewel we ons onderkomen min of meer toevallig geboekt hebben in één van de mooiste dorpjes van Spanje, waren we niet echt voorbereid op waar we terecht komen: een authentiek eeuwenoud vestingstadje met vakwerkhuisjes, een paar restaurantjes en 49 inwoners. Het hotel is gevestigd in een pand dat meer dan 300 jaar oud is, sfeervol en een beetje krakerig. Prachtig, gelukkig blijven we morgen de hele dag hier.
Het is ruim een uur rijden vanaf het hotel, maar na het lezen van de”De stilte van de witte stad” willen we de stad graag bezoeken: Vitoria -Gasteiz (Wikipedia: Vitoria-Gasteiz is een gemeente en de hoofdstad van de Spaanse autonome regio Baskenland en van de provincie Álava. De stad heeft ruim 229.000 inwoners en is daarmee de op een na grootste stad van Baskenland. De huidige naam van de stad is een samenvoeging van de Spaanse en de Baskische naam, zie ook : https://spaansesteden.nl/vitoria-gasteiz.html).
Het is een ruime, groene stad met een autoluw centrum en veel fietsers. De navigatie brengt ons naar een parkeergarage vlak bij het oude centrum en nog voordat we bij de Tourist Info zijn hebben we al twee mooie pleinen gezien. Met een papieren plattegrond is het toch ook nog steeds fijn rondlopen. Toen we uit de auto stapten was het 13 graden, koffie drinken we in de zon maar gelukkig kunnen we twee uur later al buiten lunchen, onder een parasol. De kathedraal kunnen we helaas niet, die wordt gerenoveerd en alleen met een officiële rondleiding mag je er in, twee uur rondlopen met een bouwvakkershelm op. Dan maar niet. Aanstaand weekend is er Middeleeuwse markt in de stad, overal hangen al kleurige vlaggen en banieren en worden kramen en podia opgebouwd.
Voor de lunch kiezen we een goed restaurant uit met een mooi terras, het eten is fantastisch. Het is een prettige, mooie stad, als de kathedraal klaar is gaan we nog wel een keer kijken.
Edwin moet fietsen maar vertrekt deze keer vanuit Estella-Lizarran, zodat we daar eerst samen kunnen ontbijten en daarna samen lunchen. Parkeren is vrij lastig in het stadje maar bij een benzinepomp op loopafstand van het centrum vinden we een plek. Daar kunnen we ook ontbijten. Edwin stapt op de fiets en ik ga het stadje in. Estella is een rare mengelmoes van historisch en modern, van ouderwets en hip en van druk en rustig. In de winkelstraten zijn veel lege panden, en oude kleine winkeltjes waaronder opvallend veel schoenmakers. Chique patisserieën, pleinen met gezellige terrasje en oude kerken vormen een leuke achtergrond voor de stoet pelgrims die tussen de middag het stadje binnentrekken. Het is een bont internationaal gezelschap, van brave echtparen in dezelfde kleren tot zonderlingen en groepen Japannertjes. De Tourist Info, de oude brug, de bibliotheek, de kerk van San Jaume, in een paar uur tijd heb ik alle bezienswaardigheden wel gehad. Voor een pelgrim zal dit stadje met al zijn herbergen en voorzieningen wel een verademing zijn, maar van de mededeling dat het nog 650 kilometer is naar Santiago zou de moed me in de wandelschoenen zakken. Edwin heeft mooie foto’s gemaakt onderweg, we lunchen lekker en dan weer terug naar het hotel, uitrusten, het koelkastje bijvullen en kijken of we op het journaal nog wat kunnen zien van begrafenis van Queen Elizabeth.
Om tien uur kunnen we de racefiets ophalen bij Dani de fietsenmaker. Triomfantelijk laat hij ziet hoeveel rotzooi er uit de banden kwam en voor 17 euro zijn beide wielen weer schoon, bijgevuld en stabiel. Edwin helemaal blij, en terug bij het hotel fietst hij meteen de klim op die we gisteren met de auto gedaan hebben. Hij is mooi op tijd terug voor de lunch: eindelijk kunnen we een menu del dia uitproberen in de Venta de Larrion, op een paar kilometer van het hotel. Het is er sfeervol en gezellig druk en het eten is prima, echt een restaurant naar ons hart. Daarna weer naar Estella-Lizarra, Edwin heeft een vergeten kabeltje besteld en ik ben het karige abonnement van de gemeente voor mijn mobieltje zo zat (geen roaming, vaak geen dekking en regelmatig geen data) dat ik bij de Movistar een e-sim bijkoop met een abonnement. Biertje, boodschapje, weer naar het hotel, poes aaien en snoepjes geven en dan weer wat lezen, schrijven, internetten en foto’s bewerken in de zitkamer. Het is lekker rustig in het hotel, er komen wel iedere dag wat nieuwe gasten maar de meeste blijven maar 1 nachtje.
Het ontbijt in Estella – Lizarran (plaatsen hebben een dubbele naam hier, Spaans en Baskisch) had ik me voorgesteld op een gezellig pleintje, bij de oude brug, met uitzicht op langslopende pelgrims die de route naar Santiago de Compostela lopen. Maar parkeren is lastig en we verdagen in een bar op het industriegebied, waar ze overigens prima koffie hebben en een lekker stukje stokbrood met tortilla. Het is ruim 80 kilometer rijden naar de bestemming van vandaag: Parque Natural Bardenas Reales de Navarra. (Wikipedia: De Bardenas Reales is een halfwoestijngebied of badlands van zo’n 42.000 hectare in het zuidoosten van Navarra. De bodems bestaan uit klei, krijt en zandsteen en zijn door erosie en wind geërodeerd, waardoor verrassende vormen, canyons, plateaus, tabelstructuren en geïsoleerde heuvels, cabezos genaamd, ontstaan. )
Eerst koffie met wat lekkers van de bakker in Arguedas. Bij het bezoekers centrum krijgen we een kaart met duidelijke uitleg, een rondje onverhard van 34 kilometer rijden met de auto duurt ongeveer 2 uur, zegt de vriendelijke informatrice. Ze heeft gelijk, om de haverklap stoppen we om wéér een mooie foto te maken. Wat een prachtig landschap, het lijkt wel of we in de USA rijden. Het is redelijk druk, met campers en fietsers. In het voorjaar, als de landbouwgewassen net opkomen moet het hier helemaal schitterend kleurrijk zijn. Nu is de tarwe al geoogst en dat heeft ook wel wat, qua kleur. We zijn precies op tijd klaar voor de lunch, in Agueras nemen we een zondags menu. 80 km terug naar het hotel, langs stoppelvelden en wijngaarden, en de dag is weer om.
Edwin moet fietsen en maakt een route vanaf Estella. Parkeren is erg lastig in het stadje maar op een strategisch knooppunt, bij de benzinepomp, is wel plek en kunnen we ook ontbijten. Hij fietst omhoog, ik loop naar beneden, het stadje in. Estella Lizarra is een bijzondere mengeling van oud en nieuwe, van rust en drukte. Het ligt aan de pelgrimsroute naar Santiago, dus er zijn veel kerken, hostals, schoenmakers en pelgrims. In de winkelstraten veel mooie oude pandjes waar al heel lang geen activiteiten meer plaatsvinden. Bij een luxe bakkerij neem ik een citroenmeringue gebakje bij de koffie terwijl ik de plattegrond bestudeer. De bibliotheek en de San Mateo kerk kies ik uit. De oude brug over het riviertje verbindt het oude gedeelte van de stad met het centrum. Het claustro van de kerk stamt uit de 12e eeuw ensayo een oase van rust moeten zijn, ware het niet dat er een drukke weg vlak boven langs loopt. De meeste herbergen gaan om 12 uur open, een groep Japannertjes komt stipt op tijd aan en gaat in de rij staan. Fietsers, wandelaars en zonderlingen, er komt van alles langs hier, van allerlei nationaliteiten. Bijna tegelijkertijd zijn we weer terug bij de auto, om daarna te lunchen in een restaurant vlakbij. Tegen vijf uur weer bij het hotel, waar we nog een poosje heerlijk op het terras in het zonnetje zitten.
Edwin moet fietsen, hij heeft een route uitgezet en ik kan op de iPhone zien waar hij is. Lopend door het dorp ontdek ik waar de hotel-parkeerplaats-bedelpoes woont, gelukkig heeft hij een thuis en hij is ook niet de enige poes die daar woont maar de rest is wat schuw. Het dorp staat vol vijgenbomen en walnotenbomen, op ieder wandelingetje kunnen we handenvol plukken en rapen. Op de hotelkamer is de WiFi wat slapjes maar in de gezamenlijke zitkamer gaat het een stuk beter. Het ontbijt is wat beperkt maar de ruimte is prachtig. In het dorp is verder niks, vakantiehuizen die dicht zijn, geen bar, geen winkeltje. Tussen de middag is Edwin weer terug, en we rijden een paar kilometer naar het dichtstbijzijnde dorp waar wél een restaurant is. In de zaal binnen wordt een bruiloft gevierd, wij zitten buiten met uitzicht op alle langslopende gasten met stropdas of hoge hakken. Na de prima lunch is de middag al weer om, in de loop van de avond nemen we nog een crackertje kaas op de kamer (er is een koelkastje). Het drinkwater uit de kraan is trouwens ook erg goed. We gaan vroeg naar bed hoor!
De zon schijnt, we gaan de Romeinse opgraving Bílbilis bekijken maar eerst ontbijten. De zaal is prachtig, met oude bogen uit de tijd dat dit nog een klooster was. Prima ontbeten en 5 kilometer gereden naar de opgraving. Er is niet zo veel overeind gebleven en het bezoekerscentrum is dicht, maar we maken een lekkere wandeling langs de resten van het theater en het forum. Dan rijden we door naar de volgende bestemming. Door een fout in de bediening van de navigatie gaat het niet helemaal goed, gelukkig heb ik ook nog een kaart bij me. Die is wel uit 1996 dus een nieuwe weg komt als een verrassing maar we weten weer op de goede route te komen. We dachten om kwart voor twee eigenlijk nog geen honger te hebben maar als we een Meson restaurant tegen komen dat precies ons type restaurant is, stoppen we toch en de lunch smaakt ons prima. Onderweg veel appelboomgaarden, nog meer appelboomgaarden en af en toe een perenboomgaard. Dan komen we weer in druivengebied, met veel Bodegas. We komen door een dorp waar de feesten in volle gang zijn, de mensen dragen de Baskische kleuren: witte kleding met een rode zakdoek. En de tribunes staan opgesteld: hier is stiertjes in de straten nog populairder dan bij ons, een belangrijke traditie. Om kwart voor vijf komen we aan bij het hotel. De ontvangst is uitstekend, ik heb de deur van de auto amper open of ik hoor al een poes mauwen. Ik denk eerst dat het verbeelding is, maar een witte kat met een blauw en een groen oog komt meteen op ons af, kopjes geven. Hij boft, er zitten toevallig nog wat poezenbrokjes in mijn tas. Dan komt er een andere auto aan bij het hotel en hij gaat meteen zijn geluk daar proberen. Het hotel ligt prachtig en de kamer is prima. Als we geïnstalleerd zijn lopen we een rondje door het dorpje. Veel huizen zijn dicht, die worden blijkbaar voornamelijk voor vakanties en weekenden gebruikt. Vijgenbomen en walnotenbomen staan er in overvloed en veel vruchten liggen op straat. Verder is er niet veel te krijgen in het dorp, er is geen bar, geen winkeltje, niks. Dat wisten we vantevoren maar we geloofden het niet écht. Edwin heeft een klein waterkokertje aangeschaft dus we kunnen nescafé maken op de kamer en ons avondeten bestaat uit crackertjes met kaas en worst en een appel, uit de voorraadtas. En dat terwijl Henk en Simone jaloersmakende foto’s sturen van prachtige tapas en schitterende wijnen vanuit Ávila…. Ik had op mijn verjaardag eigenlijk wel een lekkere gin-tonic willen drinken in een leuke bar, of op zijn minst een biertje, maar dat zit er niet in. Of we moeten weer de auto pakken maar daar hebben we geen zin in. Het is een kilometer of acht naar Lizarra Estella, het is een smal bochtig weggetje waar ze ook nog aan het werk zijn. WiFi op de kamer is vrij hopeloos, in de gezamenlijke zitkamer gaat het een stuk beter. Ma gebeld vanwege mijn verjaardag. We zijn moe, om tien uur naar bed.
We zijn nog geen uur onderweg of Wilma appt al een foto van Thom, hij ligt op Edwins plek op de bank, met Lulu op schoot en Loesje op zijn schouder. Trouweloze beesten, we worden moeiteloos vervangen door anderen, als ze maar een schoot hebben en snoepjes geven. Het stuk bij Valencia totaan de afslag naar Teruel is behoorlijk druk, eenmaal van de A7 af is het rustiger, volg deze weg 209 kilometer rechtdoor, zegt de navigatie. Met de iPhone via CarPlay aangesloten op de Peugeot is de navigatie duidelijker dan ooit, en kunnen we ook nog eens kiezen tussen Google maps en Apple kaarten. Edwin vind Kaarten prettiger omdat die meneer minder praat. Tja, de juffrouw van Maps weet gewoon dat je alles drie keer moet zeggen voordat ze gehoord wordt…. Tussen de middag vinden we in de buurt van Calamocha na wat zoeken een hotel/restaurant waar Edwin op een fietstocht ook gegeten heeft. Hier geen paella op de kaart, en van verschillende gerechten moeten we even opzoeken wat het is. Na de stevige kost kunnen we er weer tegen en rijden het laatste stuk naar Calatayud, dat aan de “Rio Jalón” ligt. We verdagen met de auto in de smalle straatjes met eenrichtingsverkeer in de binnenstad, maar dat is geen enkel probleem. Op het marktplein voor het hotel vinden we een goed parkeerplekje. Het hotel https://hotelmonasteriobenedictino.com/ is sfeervol, zeer comfortabel en centraal gelegen. Het dreigt te gaan regenen, we lopen een rondje door het centrum, over een brede wandelboulevard met platanen, door smalle straatjes en bekijken een oud kerkje. Er zijn veel oude religieuze gebouwen bewaard gebleven maar verder zijn er veel ruïnes en verlaten pandjes in het centrum, het is duidelijk geen rijke stad en er is nog veel opknapwerk te doen. We strijken neer op een terras vlak bij het hotel met een biertje. De donkere wolken trekken weer weg. We hebben niet echt honger of zin om nog een keer uit eten te gaan. Bij een vriendelijke bakkersvrouw koop ik wat typisch lokale gebakjes, met crème: juanitas heten ze geloof ik, erg lekker.